De vlaggetjes van Links naar rechts:
Links iemand met een drijvend voorwerp, Midden Iemand met een harde stem, Rechter iemand met een stopwatch.
Afstanden A: minimaal 10 meter, B minimaal 5 meter. De persoon met de tak gooit deze tak in de rivier. Wanneer degene met de
harde stem de tak ziet passeren roept hij naar de laatste persoon die de tijd start. Wanneer de tak hem passeert,
zet hij de tijd stil.
De berekening:
Snelheid wordt aangeduid in meters per seconde. Ook wel hoe lang de, in ons geval tak, erover doet om een afstand te overbruggen.
Dus het aantal meters delen door de tijd.
Voorbeeld:
Afstand A = 10 Meter
Tijd = 8.3 Seconden
Af te leggen afstand = 15 Km
Stroomsnelheid is dan 10 meter / 8,3 seconden = 1,205 m/sec
(1.205 x 60 = 72,289 m/min)
15 Km is gelijk aan 15 000 meter
Benodigde tijd is dan: 15 000 / 72.289 = 207,50 min
207,50 min is weer gelijk aan 3uur en 27,5 minuten |