A / B = Y Y x C = hoogte
Loop een afstand van het te meten punt af. Hoe groter de afstand des te nauwkeuriger je meting zal zijn. We noemen dit afstand A.
Een andere persoon stapt nu een afstand terug B en legt hier zijn hand op de grond.
De eerste persoon gaat op de grond liggen terwijl hij naar het punt kijkt dat gemeten moet worden. Wanneer de tweede persoon zijn hand omhoog
haalt totdat oog hand en punt op een lijn liggen zegt hem dat persoon één. De afstand van grond tot hand noemen we afstand C.
Voorbeeld:
A=50 mtr
B=1mtr
C blijkt 45cm te zijn
50 / 1 = 50
50 x 45cm = 2250 cm = 22,50 mtr |